De klager had zelf een advocaat ingeschakeld in een zaak tegen de Inspectie Leefomgeving en Transport. Die inspectiedienst wilde geen medische verklaring klasse I afgeven, die nodig was voor een dure opleiding. Na een afgewezen bezwaar besloot de klant een gespecialiseerde advocaat in te schakelen voor een hoger beroep. Maar het inschakelen van de externe advocaat meldde de consument pas een kleine twee maanden nadat zijn eerste bezwaar was afgewezen bij DAS.
Overnemen
Pas na het instellen van het hoger beroep stelde de klant de rechtsbijstandverzekeraar op de hoogte van het geschil. DAS liet hierop weten dat het geschil gedekt was onder de verzekeraar en dat zij de zaak van de externe advocaat kon overnemen. De klant sloeg dit aanbod af. Het hoger beroep werd gewonnen en de klant vorderde € 22.351,73 bij DAS ter vergoeding van de door hem gemaakte advocaatkosten.
DAS verweerde zich door te stellen dat de zaak te laat gemeld is en dat het daarom zijn verplichtingen niet is nagekomen. Volgens DAS had de klant de zaak al moeten melden ten tijde van de eerste afwijzing (1 februari 2011), maar gebeurde dit pas op 2 januari 2012, nog na het verstrijken van de beroepstermijn tegen het afgewezen bezwaar van 17 november 2011. Daarnaast voerde DAS aan dat de klant vaker geschillen had aangemeld en dus wist hoe de procedure werkte en dat de klant zonder overleg met of toestemming van de verzekeraar een advocaat inschakelde.
Oordeel
Het KiFiD toonde zich gevoelig voor de argumenten van DAS dat de klant de zaak te laat had gemeld. Volgens de klachtencommissie had de klant, aangezien hij ook direct een advocaat inschakelde, binnen een week kunnen en moeten melden bij DAS. De schade die de rechtsbijstandverzekeraar daarbij volgens de commissie opliep was het feit dat DAS geen mogelijkheid had om tariefafspraken te maken met de ingeschakelde advocaat. De commissie ging niet mee in de redenering van DAS dat het handelen van de klant in strijd was met de polisvoorwaarden waardoor volledig verval van het recht op rechtsbijstand verviel.
Omdat niet meer vast te stellen was welke tariefafspraken DAS precies had kunnen maken met de externe advocaat, deed de commissie een schatting. Daaruit kwam voort dat de rechtsbijstandverzekeraar € 15.000 van de gevorderde € 22.351,73 moet vergoeden. Het meer gevorderde wordt afgewezen.