Wie een chronische ziekte heeft, loopt – statistisch gezien – meestal een verhoogde kans om vroegtijdig te overlijden. Voor verzekeringsmaatschappijen kan dit reden zijn om zo iemand te weigeren voor een overlijdensrisicoverzekering (ORV). Terwijl veel van deze mensen, tegen een iets hogere premie, best verzekerbaar zijn.
‘Negentig procent kan alsnog verzekerd worden’
Dat is geen eerlijke gang van zaken, vonden ze al in 1905. Toen werd Levensverzekering Maatschappij De Hoop opgericht. De Hoop, gevestigd in Den Haag, verzorgt al bijna 120 jaar ORV-polissen voor personen met een ziektegeschiedenis. Klanten zijn onder andere mensen met overgewicht, COPD, diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en/of nierziekten. Aanvragen verlopen via het intermediair. “Negentig procent van de aanvragen die bij een reguliere maatschappij zijn geweigerd, kan bij ons alsnog verzekerd worden”, zegt Henk-Jan Osse, manager Operations bij De Hoop.
Maatwerk
Het verschil tussen De Hoop en andere maatschappijen? “Wij verrichten maatwerk. Onze medisch adviseurs doen voor elke aanvraag een individueel risico-assessment op basis van het medische dossier van de aanvrager. En als iemands sterftekans inderdaad hoger ligt dan gemiddeld, dan krijgt de klant de premie die daarbij hoort, die betaalt dus iets meer. Maar het blijft een faire premie. Het is dan aan de klant om die premie te accepteren of niet.”
Slechts één partij
De Hoop is herverzekeraar, ze richt zich niet rechtstreeks tot consumenten. Daardoor is de organisatie niet bekend bij het grote publiek. Osse: “Op dit moment doen we in Nederland zaken met één partij, dat is TAF, volmachthouder van o.a. Quantum Leben. Wanneer TAF een aanvraag voor een ORV afwijst, wordt die automatisch naar ons doorgestuurd. Gelukkig weten steeds meer adviseurs deze weg te vinden.”
“Wij leggen de aanvraag administratief vast en onze medisch adviseurs doen de beoordeling en geven een risico-inschatting. We brengen vervolgens een offerte uit aan TAF, die aansluitend haar offerte aan de klant aanbiedt. De Hoop zelf blijft op de achtergrond.”
Einde oefening
Hoe mooi zou het zijn als alle maatschappijen zo werkten. Als die bij een weigering op medische gronden een kort zinnetje, niet meer dan een kattebelletje, toevoegden aan hun afwijzingsbrief: ‘U kunt nog wel terecht bij De Hoop, dit is het telefoonnummer’. Helaas is het bij reguliere maatschappijen na een weigering op medische gronden tot nu toe einde oefening voor de klant, tenzij die klant, of de adviseur, bekend is met De Hoop.
Osse: “Ik kan me dat vanuit die verzekeraars wel voorstellen. Het aangaan van een facultatieve verzekeringsrelatie met de Hoop betekent extra verzekeringsadministratie, meer processen, meer maatwerk en handwerk. Alle processen zijn lean & mean geworden. Maar voor de klant betekent het dat hij/zij geen hypotheek kan afsluiten, of nabestaanden geen geld kan nalaten. Dat was ons een doorn in het oog.”
Op zoek naar extra schakeltje
“Daarom zijn we op zoek gegaan naar een extra schakeltje, een manier om afgewezen klanten alsnog naar De Hoop te krijgen, via een samenwerking die acceptabel is voor alle verzekeraars. Dat is De Hoop Maatwerkroute geworden.”
Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar inmiddels zijn alle grote verzekeringsmaatschappijen akkoord gegaan met een werkwijze die inderdaad neerkomt op dat kattenbelletje – een e-mail of verwijzing naar de website – dat de klant attendeert op De Hoop Maatwerkroute. Het gaat om ASR, Achmea, Allianz, Nationale-Nederlanden en Scildon. De hoop en verwachting is dat de overige ORV-partijen zullen aansluiten.
Wanneer de elders afgewezen klant inderdaad een aanvraag wil indienen bij De Hoop, dan kan hij/zij zelf de aanvraag indienen, inclusief het inmiddels opgebouwde medische dossier. De aanvraag wordt dan op dezelfde wijze verwerkt als nu al gebeurt. Voor De Hoop Maatwerkroute zal TAF de service provider zijn en Quantum Leben de verzekeraar. De Hoop blijft als herverzekeraar nog steeds op de achtergrond. “Al zullen we de De Hoop Maatwerkroute wel als label naar voren brengen.”
Lange aanlooptijd
Deze werkwijze, hoe simpel ze ook klinkt, heeft een lange aanlooptijd gehad. “Want er zitten wel wat haken en ogen aan”, aldus Osse. “Een verzekeraar die een klant doorverwijst, heeft zorgplicht. Dan gaat het om bemiddelen en adviseren volgens de Wft. En niet iedere verzekeringsmaatschappij wil dat. Daarom is er een compromis uitgekomen waarbij de maatschappijen de klant wel vertellen dat wij er zijn, maar dat de klant zelf actief de stap moet zetten naar ons toe.
Schaalvergroting nodig
Met de De Hoop Maatwerkroute verwacht Osse zo’n 1.500 tot 2.000 extra klanten per jaar een aanbod te kunnen doen, een verdubbeling van huidige aantal. Hoewel Osse en zijn collega’s erg blij zijn dat ze nu zoveel meer mensen kunnen helpen, is de maatwerkroute niet alleen uit humane overwegingen opgezet.
“Wij zijn een kleine speler op de verzekeringsmarkt. Op dit moment hebben we acht medewerkers in dienst, met daaromheen een flexibele schil van ongeveer 20 personen. Maar we moeten wel aan alle toezicht- en regelgevingseisen voldoen. Dat brengt verhoudingsgewijs hoge kosten met zich mee. Om toch betaalbaar te blijven voor de klant, moeten we groeien.”
Naast de uitbreiding in Nederland kijkt De Hoop ook over de grens. We zitten al heel lang in Nederland en België, en sinds een paar jaar ook in het Verenigd Koninkrijk. En sinds kort zijn we ook actief op de Duitse markt. In die landen hadden ze nog geen voorziening voor consumenten die op medische gronden zijn afgewezen. Het ziet ernaar uit dat onze voorziening in Europa een van de weinige, misschien zelfs de enige verzekeringsoplossing is voor afgewezen klanten.”
Dit is een partnerbericht van de Vereende. Bekijk het partnerdossier.