De niet bij naam genoemde hypotheekadviseur kon de hypotheek met het vaste inkomen van de consumenten niet passend maken bij een 30 jaar vaste rente. Daarom koos hij voor een constructie met twee verschillende, korter lopende leningdelen. Zijn klanten gingen akkoord omdat hij betoogde dat verlengen altijd nog mogelijk was, tegen de kosten van driehonderd euro per hypotheekdeel.
Bank en adviseur wachten op elkaar
Toen de consumenten niet lang na het passeren van de hypotheek toch graag meer zekerheid wilden, wuifde de adviseur het weg. Verlengen kon nog wel even wachten, was de boodschap. In februari 2022 vroeg hij wel een offerte aan voor verlenging, maar deed vervolgens niets meer. Als zijn klanten vroegen naar de stand van zaken, zei hij dat de geldverstrekker aan zet was. Bij navraag bij de bank, bleek dat de hypotheekverstrekker juist op antwoorden van de adviseur aan het wachten was.
Als de klanten alsnog aan tafel zitten met de adviseur, is de rente inmiddels zo ver opgelopen dat hun maandlast bij verlenging met honderd euro zou toenemen; veertigduizend euro over dertig jaar berekend. Zouden ze het nu doen, dan bedraagt het verschil over dertig jaar meer dan honderdduizend euro.
Adviseur blijkt onbereikbaar
De klanten nemen het de adviseur kwalijk dat hij niet direct de 30 jaar vaste rente voor hen heeft afgesloten. Ze hadden immers de beschikking over eigen geld om de lening wat mee te verlagen. Bovendien koos de adviseur er bewust voor om het freelance-inkomen van een van de partners niet mee te nemen, omdat het ‘voor veel administratie zorgt’.
Ter zitting spraken adviseur en consumenten af dat ze samen met de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar zouden onderzoeken wat het zou kosten om alsnog de rentevaste periode te verlengen. Maar omdat de hypotheekadviseur vervolgens verzuimde de afspraken na te komen en noch de consumenten noch Kifid contact met hem kregen, besloot de geschillencommissie toch uitspraak te doen.
Honderdduizend euro inschatting, toch toegewezen
Dat de adviseur tekort is geschoten, staat vast. Hoewel de honderdduizend euro schade geen nauwkeurige schatting is, wijst de commissie het bedrag toch toe. Volgens Kifid ‘bij gebrek aan serieuze betwisting van de adviseur, terwijl hij in de gelegenheid was om een adequate berekening te maken om alsnog de rente dertig jaar vast te zetten.’
De uitspraak is bindend, tenzij beide partijen alsnog tot een vergelijk komen, zoals aanvankelijk voorgesteld werd.