De hypotheekadviseur had zijn klant in 2021 zelf telefonisch benaderd voor een vrijblijvend hypotheekgesprek. Naar aanleiding van dat gesprek zou de adviseur aan de slag gaan met het oversluiten van de hypotheek, van ASR naar Triodos Bank. Hiervoor werden een overeenkomst van opdracht en verschillende machtigingen ondertekend.
Adviseur mag niet bemiddelen
Na zeven weken niets van de adviseur te hebben gehoord, belt de man toch maar eens op om te vragen hoe het staat met de oversluiting. Wat blijkt: de hypotheekadviseur kan helemaal niet bemiddelen voor de beoogde geldverstrekker (Triodos). Het oversluiten van de hypotheek heeft dus helemaal niet plaatsgevonden.
Uiteindelijk sluit de hypotheekbezitter zelf de hypotheek over bij de eigen geldverstrekker, ASR. Dit wel tegen een rentepercentage van 1,8 procent. Bij het oversluiten van de hypotheek naar Triodos ging het nog over een hypotheekrente van 1,5 procent.
Klant: adviseur is tekortgeschoten in dienstverlening
De man is van mening dat adviseur tekort is geschoten in zijn dienstverlening en vordert daarom een vergoeding ter hoogte van het renteverschil (0,3%) over de hoogte van de lening (230.000 euro), voor een periode van 25 jaar.
De adviseur heeft niet alleen nagelaten zijn klant te laten weten dat hij niet mag bemiddelen namens de gewenste geldverstrekker. De hypotheekbezitter heeft ook geen kopie van de overeenkomst van opdracht ontvangen.
Adviseur betwist hoogte rente
In zijn verweer geeft de adviseur aan de hoogte van de rente niet te kunnen bevestigen, aangezien hij de aantekeningen van het adviesgesprek heeft vernietigd, in opdracht van de klant. Een opdracht die de man weer ontkend te hebben gegeven. In die aantekeningen zou ook nooit het uiteindelijke rentepercentage hebben gestaan: dat tarief zou alleen in het uiteindelijke renteaanbod terugkomen.
De adviseur erkent wel dat hij heeft nagelaten zijn klant tijdig te informeren en dat hij niet namens de beoogde geldverstrekker mag bemiddelen. Hij is echter van mening dat de man geen schade heeft geleden: zonder zijn proactieve houding was de hypotheekbezitter überhaupt niet van de bespaarmogelijkheden op de hoogte geweest.
Verzwaarde motiveringsplicht
De geschillencommissie is van mening dat de adviseur onzorgvuldig heeft gehandeld, door na het gesprek niets meer van zich te laten horen.
Daarnaast rust er een verzwaarde motiveringsplicht op de adviseur als professionele dienstverlener. Wat betekent dat hij altijd moet kunnen onderbouwen welke afspraken er zijn gemaakt tussen hem en zijn klant. Aan deze plicht kan hij niet voldoen, aangezien hij alle documenten binnen dit dossier heeft vernietigd, volgens hem in opdracht van de man.
Volgens de commissie houdt dat punt geen stand: vanuit die verzwaarde motiveringsplicht moet de hypotheekadviseur te allen tijde in staat zijn om zijn rechten en plichten te kennen. Los van het feit dat hij ook niet kan bewijzen dat de hypotheekbezitter hem heeft verzocht om het dossier te vernietigen.
Commissie geeft hypotheekbezitter gelijk
Al met al oordeelt de geschillencommissie dat de adviseur verantwoordelijk is voor de ontstane schade. De hoogte van de te vergoeden schade – iets wat niet door de adviseur werd betwist tegenover de geschillencommissie – is het renteverschil van 0,3 procent, over het bedrag van 230.000 euro, voor een periode van 25 jaar, gerekend vanaf 2 februari 2023.
Dit advies is niet-bindend, valt te lezen in de uitspraak van Kifid.