Niet meer, maar minder namen in EVR; wel meer fraude opgespoord

Het aantal geregistreerde personen in het Extern Verwijzingsregister (EVR) is fors afgenomen. In januari 2022 stonden nog 20.451 personen als fraudeur te boek en het jaar ervoor 20.005. Nu zijn dat er exact 18.222. Het Verbond van Verzekeraars brengt deze cijfers naar buiten op verzoek van AM naar aanleiding van een publicatie van NOS, waarin werd beweerd dat verzekeraars steeds meer klanten als fraudeur registreren in het EVR.

De meest recente cijfers van het Verbond moeten overigens direct worden genuanceerd. “Het aantal geregistreerde personen fluctueert op dagelijkse basis. De cijfers zijn dus al niet meer accuraat vanaf het moment dat je publiceert”, zegt woordvoerder bij het Verbond Barbara van der Rest.

Fraudedetectie steeds beter

Feit is wel dat het aantal vastgestelde fraudes toeneemt, mede omdat de fraudedetectie steeds beter is geworden. “Je kunt niet stellen dat er steeds meer mensen op de lijst komen. Wel wordt meer fraude opgespoord en aangetoond. Op in totaal 12.000 bewezen fraudezaken per jaar worden minder dan 5.000 zaken geregistreerd voor maximaal acht jaar”, vervolgt Van der Rest. Het aantal van 5.000 zijn de cijfers van 2021 en 2020.

Half procent onterecht in EVR

Volgens de NOS is onbekend hoeveel mensen onterecht in het EVR terechtkwamen. Aan de hand van het aantal behandelde zaken bij het Kifid is daar wel een indicatie van te geven. Vorig jaar behandelde het geschilleninstituut 267 registratieklachten, waarvan 102 gericht tegen verzekeraars. Het jaar ervoor ging het om 282 klachten, waarvan 135 tegen een verzekeraar. De overige klachten betreffen bancaire kwesties.

Vastgestelde fraude 2022 nog niet bekend

Het aantal fraudes die verzekeraars vorig jaar vaststelden, is nog niet bekend. Dat moet het Verbond nog uitvragen. Uit de cijfers van 2021 kunnen volgens Van der Rest wel conclusies worden getrokken. In dat jaar zijn 12.425 fraudes vastgesteld, waarvan 4.927 personen in het EVR zijn geregistreerd. Van hen hebben 135 een klacht ingediend bij Kifid. Dat komt neer op 2,7 procent.

Klein deel klagers heeft gelijk

“Van de klachten blijkt een vijfde deel geheel of gedeeltelijk terecht. Zo’n veertig procent van de klachten wordt geschikt”, aldus Van der Rest. “Afgezet tegen het totaal aantal frauderegistraties van 5.000 per jaar, gaat het om minder dan een half procent.” Wanneer iemand overigens gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld in een procedure bij de geschillencommissie van het klachtinstituut betekent dit niet automatisch dat van fraude geen sprake is. Vaak wordt alleen de duur van de registratie bekort wanneer de commissie meent dat die niet proportioneel is. De personalia blijven dan wel in het EVR staan. Van de 40 procent die wordt geschikt, is volgens het Verbond onduidelijk hoeveel fraudeurs hier tussen zitten. En voor de overige 40 procent geldt dat de registratie terecht is en dat dus sprake is van fraude.

Elke onterechte registratie is één te veel

De woordvoerder benadrukt dat elke onterecht geregistreerde fraudecasus er één te veel is. “Elke onterechte zaak spoort de betreffende verzekeraar en de branche aan om hiervan te leren. Het blijft mensenwerk, een rechter of klachteninstituut kan een ander oordeel hebben over de bewijslast. Maar het is voor degenen die het betreft heel naar.”