Een man heeft een zogeheten buitenshuisverzekering bij FBTO. Die heeft een aparte voorwaarde voor spullen die in een auto liggen. Die zijn verzekerd, maar “alleen als een verzekerde de zaken op dat moment niet op een andere veilige plek kan opbergen”.
In april van dit jaar parkeert de verzekerde zijn auto om boodschappen te gaan doen. Twee uur later is hij terug. Wat blijkt: zijn tas met spullen die in de kofferbak afgeschermd onder de hoedenplank lag, is gestolen. Niet zo fraai, want daarin had hij gouden oorbellen met diamanten ter waarde van een kleine € 40.000 – maar voor € 10.000 gekocht op een veiling - en een Samsung-tablet opgeborgen.
Alles vergoed, behalve tablet en oorbellen
Geen nood: FBTO biedt dekking, denkt de man. En dat klopt – ten dele. De andere spullen in de tas krijgt hij vergoed, maar de oorbellen en de tablet niet. De man had die namelijk ook gewoon kunnen meenemen tijdens de boodschappen, vindt de Achmea-dochter. Daar is de man het niet mee eens, want die vindt in die omstandigheden de auto juist de veiligste plek.
Kleine omvang, grote waarde
Wat vindt Kifid? De vraag is of er een andere veilige plek beschikbaar was voor de kostbaarheden. “Gelet op de geringe omvang en de aanzienlijke waarde van de oorbellen, mocht van de consument verwacht worden dat hij de oorbellen mee zou nemen tijdens het boodschappen doen. De oorbellen hadden dus op een andere veilige plek opgeborgen kunnen worden. Dat geldt ook voor de tablet, waarvan door zijn geringe gewicht en omvang het weinig bezwaarlijk was om deze mee te nemen. De commissie is dan ook van oordeel dat de verzekeraar de dekking voor de oorbellen en de tablet heeft mogen afwijzen.”