Kifid-oordeel na 6 jaar: adviseur aansprakelijk voor missen garantie levenpolis

Kifid-oordeel na 6 jaar: adviseur aansprakelijk voor missen garantie levenpolis

Kifid heeft uitspraak gedaan in een klacht die al zes jaar geleden tegen Aon-voorganger UMG was ingediend over het advies over een beleggingspolis. De adviseur heeft de klant niet voorgelicht over het vervallen van een garantie; Aon moet daarom het verschil tussen uitkering en garantie ophoesten, oordeelt de geschillencommissie.

De klant sluit in 1986 bij een rechtsvoorganger van UMG een traditionele levensverzekering: het Hypotheek Rendement Plan van Zwolsche Algemeene. Die garandeert op einddatum uitkering van 120.000 gulden. In 1998 wordt de polis omgezet naar een Dynamisch Investeringsplan. De adviseur heeft de klant voorafgaand aan de omzetting onder meer gemeld: 'Helaas gebeurt het dat verzekeringen niet dat rendement behalen conform de afgegeven prognoses. Hieraan is niets te doen. Bekend is, dat het DIN-plan van de Zwolsche Algemeene mee kan doen in de concurrentie met andere grote verzekeraars.'

Argument om bij dezelfde aanbieder te blijven, is dat de kosten dan lager zijn. 'Als u kiest voor het Holland Obligatie Fonds, of het Holland Groen rentefonds, wordt bovendien ook een garantie afgegeven.' De klant kiest andere fondsen.

Uitkering lager dan garantie

In 2016 beëindigt de klant de polis. Hij ziet € 51.096 op zijn bankrekening overgemaakt en dat is wat lager dan de garantie van (omgerekend) ruim € 54.000 die hem in 1986 was beloofd. Hij spreekt zijn adviseur aan: die heeft hem namelijk niet medegedeeld dat de garantie was vervallen. UMG stelt daartegenover dat de klant zelf voor fondsen zonder garantie heeft gekozen en dat 'het in die tijd ook gebruikelijk was
een dergelijke omzetting in gang te zetten'.

Fundamentele wisseling

Dat laatste beaamt Kifid. 'Maar het ging in dit geval om de omzetting van een traditionele levensverzekering met een gegarandeerde uitkering naar een beleggingsverzekering waarbij voor rekening en risico van de consument werd belegd. Gelet op deze fundamentele wisseling mocht van de rechtsvoorganger van de tussenpersoon worden verwacht dat hij de consument een toelichting gaf op de gevolgen van de wisseling.'

Brief niet voldoende

En uit de stukken kan de geschillencommissie niet herleiden dat de adviseur de consument voor de omzetting duidelijk heeft gemaakt dat de uitkering uit de verzekering uiteindelijk lager zou kunnen uitvallen dan de garantie-uitkering bij voortzetting van de traditionele levensverzekering. 'In elk geval blijkt dit niet uit de brief van de voorganger van de tussenpersoon van 17 februari 1998. In die brief wordt gesproken over een goed aanbod, maar zonder daarbij het risico te vermelden dat de consument met de verzekering uiteindelijk een slechter rendement zou kunnen
behalen dan met de levensverzekering.'

Er is wel gewezen op de mogelijkheid tot investeren in een garantiefonds, maar de getoonde garantiefondsen kenden een lagere gegarandeerde uitkering dan die van de levensverzekering, overweegt Kifid. 'Die garantiefondsen boden de consument dus geen uitkomst.' De informatie in de bewuste brief is te summier geweest omdat niet is gewezen op het risico van de omzetting.

Lagere opbrengst niet duidelijk gemaakt

Daarbij maakt het niet uit dat de klant wist dat hij een beleggingspolis sloot. 'Hem was toen niet duidelijk en hem is ook niet duidelijk gemaakt dat die verzekering minder kon opbrengen dan de tot dan bestaande garantie-uitkering.' Ook speelt geen rol dat de klant het initiatief had genomen: ook dan moet de adviseur informeren. UMG (nu Aon) moet het verschil tussen de garantie en de uitkering betalen aan de klant, oordeelt Kifid. Dat komt neer op € 3.458.

Bindende uitspraak 2022-0777

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.