Weduwe grijpt naast uitkering levensverzekering: geen relatie met verzekeraar

Weduwe grijpt naast uitkering levensverzekering: geen relatie met verzekeraar

De vrouw van een overleden polishouder kan geen aanspraak maken op de uitkering uit een levensverzekering: zij had geen contractuele relatie met verzekeraar Nationale-Nederlanden, oordeelt Kifid. En als erfgenaam vangt ze ook bot: mocht NN tekort zijn geschoten, dan is er geen schade. De uitkering bij overlijden kan immers niet ten goede zijn gekomen aan de polishouder.

In 1998 is de man nog springlevend. Hij sluit bij een rechtsvoorganger van NN een gemengde verzekering met een verzekerd kapitaal van 125.000 gulden bij leven op einddatum 15 juni 2028 of bij overlijden van de verzekerde voor de einddatum. De man is verzekeringnemer en verzekerde. Zijn vrouw is de tweede begunstigde. De verzekering is verpand aan Finata, waar een hypotheek loopt. De man haalt de einddatum niet: in 2017 overlijdt hij. De hypotheekverstrekker - dan inmiddels Florius - vraagt NN om de uitkering uit de polis. De vrouw zelf heeft geen papieren meer van de verzekering. Maar NN laat weten dat de wettelijke bewaartermijn is verstreken. In het administratiesysteem is nog wel zichtbaar dat de verzekering op 15 oktober 2001 premievrij is gemaakt en dat de verzekering per 15 juli 2010 is afgekocht; er is toen € 3.272 overgemaakt. Dat is een verrassing voor de weduwe, die van geen afkoop weet. Doel was nu juist dat zij na overlijden in de gezamenlijke woning kon blijven. NN had de polis nooit mogen afkopen, klaagt ze bij Kifid.

De overledene lijdt geen schade

De geschillencommissie stelt echter vast dat zij niet de afnemer van de verzekering is. "Daarnaast is niet gebleken dat zij haar begunstiging heeft aanvaard zodat zij ook niet op een andere wijze een eigen vorderingsrecht aan de verzekering kon ontlenen." Ook als erfgenaam kan de weduwe geen rechten doen gelden, oordeelt Kifid. "Als erfgenaam is zij rechtsopvolger van haar echtgenoot en oefent zij de rechten uit die hem toekwamen. De echtgenoot was verzekeringnemer en tussen de verzekeraar en de echtgenoot bestond dus een contractuele relatie. Als al moet aangenomen dat de verzekeraar in dat kader in zijn verplichtingen jegens de echtgenoot is tekortgeschoten, moet vervolgens worden vastgesteld of de echtgenoot als gevolg daarvan ook schade lijdt. De commissie is van oordeel dat dit laatste niet het geval is. De vraag of de verzekering had moeten voortbestaan zodat sprake zou zijn van een uitkering bij overlijden van de echtgenoot heeft voor de echtgenoot zelf immers geen gevolgen. De uitkering bij overlijden komt niet ten goede aan de echtgenoot." Diens vermogenspositie wordt niet beïnvloed, of de verzekering nu wel of niet premievrij was gemaakt of was afgekocht.

Niet-bindende uitspraak 2021-1104

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.