De man sluit in 1993 een lijfrenteverzekering bij ASR, waarbij een uitkering van € 81.661 wordt afgesproken. Hij betaalt hiervoor een premie van € 1.309,70 per kwartaal. Totdat de man arbeidsongeschiktheid raakt en hij vanaf dat moment € 654,85 per kwartaal gaat betalen. Een aantal jaren later informeert de tussenpersoon de verzekeraar dat de premie niet langer wordt betaald, waardoor er een premieachterstand ontstaat.

Verzekerde bedrag wordt verlaagd

De tussenpersoon verzoekt de verzekeraar om de verzekering premievrij te maken. Als gevolg hiervan is het verzekerde bedrag verlaagd tot € 47.787. Als in 2018 de lijfrenteverzekering wordt uitgekeerd, merkt de man op dat zijn verzekering onterecht premievrij is gemaakt. Volgens hem heeft ASR niet voldaan aan zijn waarschuwingsplicht. Hij stelt dan ook recht te hebben op het oorspronkelijke verzekerde bedrag inclusief winst.

‘Klant was toch niet van plan te betalen’

ASR gaat hier tegenin door te zeggen dat de man ondanks een laatste aanmaning waarschijnlijk toch niet had betaald. Hij zou zijn adreswijziging namelijk pas jaren later aan de verzekeraar hebben doorgegeven. Volgens ASR was de man zich ervan bewust dat hij daarmee eventuele aanmaningen niet zou ontvangen. Bovendien zou hij de premie helemaal niet kunnen betalen, omdat hij zakelijk failliet zou zijn.

Kans om te betalen is ontnomen

Kifid vindt dat dit niet is gebleken. Het feit dat de man zijn adreswijziging pas na enkele jaren heeft doorgegeven, wil volgens de commissie niet zeggen dat hij niet van plan was zijn achterstallige premies te voldoen. ASR heeft er bovendien voor gekozen om helemaal geen aanmaning te versturen, waardoor de kans van de man om zijn premie alsnog te betalen, is ontnomen.