Een echtpaar sluit in 2007 via Vergelijkshop Midden-Nederland een hypotheek bij ELQ. De man werkt voor Douwe Egberts en runt daarnaast een eigen taxibedrijf. Hij geeft als zelfstandige een bruto jaarinkomen van € 80.000 op; zijn vrouw heeft een WAO-uitkering van € 15.000 per jaar. ELQ doet de BKR-toets en daar rolt uit dat het paar nog wel voor ruim twee ton aan financieringen heeft lopen. Het grootste deel heeft betrekking op leasecontracten voor taxi's die de man met zijn VOF gebruikt.
Twijfels
ELQ stuurt de adviseur een bericht over de aanvraag: er zijn meerdere aanvragen gedaan met wisselende bedragen en de geldgever heeft zijn twijfels bij de opgegeven winst. Daarom wijst ELQ de aanvraag af. Daarop vult de man opnieuw een verklaring in nu, met een winst uit onderneming van € 60.000. Hij doet er ook zelfgemaakte overzichten bij van de omzet over de maanden september en oktober 2007, die telkens ruim boven de € 7.000 uitkomt. Dat trekt ELQ toch over de streep: in december komt er alsnog een offerte voor een aflossingsvrije lening van € 443.500. Met een rente van 7,05% leidt dat tot een brutomaandlast van € 2.605,56. Wel moet het paar de lopende kredieten nog even aflossen. ELQ is uitgegaan van een woonlastpercentage van 45%.
Achterstanden kwijtgescholden
Het huis kan dus worden gekocht, maar al rap gaat het mis: 1 november 2009 meldt het paar dat ze de maandlasten niet langer kunnen dragen. Er worden diverse regelingen getroffen: het maandbedrag is een aantal keren tijdelijk verlaagd en achterstanden zijn meermaals kwijtgescholden. Begin 2011 trekt ELQ de conclusie dat alleen verkoop van de woning een oplossing kan brengen. Maar de klant sleept toch nog een nieuwe betalingsregeling uit het vuur. Zomer 2014 is voor ELQ de maat vol: het huis gaat in de verkoop. Dat levert € 348.100 op, zodat het paar een restschuld van € 95.400 overhoudt.
Kifid: ELQ heeft overgekrediteerd
Bij Kifid klagen de twee: ELQ heeft zich schuldig gemaakt aan overkreditering. Het klachteninstituut vindt dat ook. De geldgever had niet op de eigen verklaring van de man moeten afgaan. Op basis van de belastingaangifte over 2007 neemt Kifid een inkomen van € 35.104, als uitgangspunt. Dat betekent dat de lening slechts € 142.000 had mogen bedragen. ELQ moet de extra betaalde rente en verhuiskosten betalen, al treft het paar ook eigen schuld en moeten zij 40% zelf dragen. In totaal komt € 67.000 voor rekening van de geldgever.
Hand overspeeld?
Maar het paar is niet tevreden met het niet-bindende advies en brengt de zaak voor de rechter: het wil € 246.452,04 hebben van ELQ. Daarmee overspeelt het stel zijn had, zo lijkt het. De rechtbank vindt namelijk dat overkreditering niet bewezen is en wijst de eis af. In hoger beroep neemt het gerechtshof in Amsterdam de bijzondere zorgplicht van banken onder de loep. Die bestaat, ongeacht of de consument wordt bijgestaan door een tussenpersoon. "De kredietverstrekker mag niet zonder meer afgaan op de door een tussenpersoon aan hem verschafte inlichtingen over de inkomens- en vermogenspositie van de consument, aangezien hij zelf ervoor verantwoordelijk blijft te waken tegen overkreditering van de consument en daartoe zo nodig zelf nadere inlichtingen moet inwinnen of gegevens moet verifiëren."
Hof eens met Kifid
Op basis daarvan schaart het hof zich achter de opvatting van Kifid. ELQ had als professionele kredietverlener nader onderzoek moeten doen naar de genoemde winst uit onderneming van € 60.000 per jaar. "De genoemde winst van € 60.000 per jaar valt niet te rijmen met de verstrekte omzetgegevens van de v.o.f., die minimaal twee vennoten heeft, over de maanden september en oktober 2007 van circa € 7.500 per maand en dat moet ELQ als professionele kredietverlener ook duidelijk zijn geweest." Van belang is ook dat er meerdere aanvragen bij ELQ zijn gedaan met wisselende bedragen aan inkomsten "en dat haar bekend was dat [de aanvrager] moeite had met de begrippen omzet en winst".
Dat een hoger risicoprofiel is toegekend, wil nog niet zeggen dat het inkomen nader onderzocht had moeten worden. "Dat maakt het juist des te noodzakelijker dat ELQ nader onderzoek deed naar hun kredietwaardigheid." De zorgplicht is geschonden omdat de door de tussenpersoon aangeleverde gegevens niet zijn geverifieerd. Bovendien zijn de lopende schulden nooit afgelost, maar is de hypotheek wel verstrekt.
Extra lasten niet duidelijk
In de offerte is weliswaar opgenomen dat de maandelijkse hypotheeklasten hoger waren dan de volgens de gedragscode maximaal toegestane maandlasten, maar ELQ heeft geen inzicht gegeven in het toepasselijke woonlastpercentage en in het werkelijk woonlastpercentage. Daardoor was niet duidelijk hoeveel meer het paar ging betalen. En daarbovenop mocht de geldgever niet afwijken van het toepasselijke woonlastpercentage: er is geen sprake van een uitzondering zoals genoemd in de GHF. "Daarbij komt dat ELQ met een te lage maandlast heeft gerekend. In artikel 6.4 GFH is vastgelegd dat bij de bepaling van de leencapaciteit altijd moet worden uitgegaan van ten minste de lasten die behoren bij een lening die op basis van een 30-jarige annuïteit wordt afgelost, ook als de geldlening, zoals in onderhavig geval, aflossingsvrij is. Gesteld noch gebleken is dat ELQ met de hogere maandlasten van een 30-jarige annuïteitenlening heeft gerekend."
Het hof meent ook, anders dan Kifid, dat er geen sprake is van eigen schuld van de aanvrager: "Het hof is van oordeel dat de billijkheid wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten eist dat de schade geheel voor rekening van ELQ blijft."
Vergoeding hoger
Het stel weet met de gerechtelijke procedure het door Kifid bepaalde vergoedingsbedrag bijna te verdubbelen: het krijgt uiteindelijk ruim € 112.000 vergoed, waarvan een kleine € 110.000 aan maandlasten over het te veel geleende bedrag. De restschuld krijgen zij niet vergoed. Dat lijkt een misser in de eis: weliswaar is gesteld dat die schuld vergoed moet worden, maar het is niet geëist. Daarom laat het hof die vraag liggen. Investeringen van bijna € 60.000 in de woning krijgt het paar ook niet terug: onvoldoende toegelicht en mogelijk zijn die kosten meegefinancierd. Na de koop heeft het echtpaar zich nog eens voor ruim € 60.000 in de schulden gestoken, maar ook dat bedrag is onvoldoende hard gemaakt.
Hypotheken voor afwijkende risico's leveren wel vaker klacht- en rechtszaken op. In 2016 oordeelde een rechter bijvoorbeeld nog dat ELQ geen blaam trof bij het niet nader onderzoeken van een jaarinkomen: daar mocht de geldgever weer wel vertrouwen op de gegevens die de adviseur had gestuurd.