De klant ontdekt in 2018 dat er nog steeds premie wordt geïncasseerd voor een verzekering met arbeidsongeschiktheidsdekking die al geëindigd was. Navraag bij de verzekeraar leert echter dat het niet gaat om de AOV - dat was een koopsompolis - maar om een woonlastenbeschermer met werkloosheidsdekking. Omdat de consument in 2012 gedeeltelijk werkloos raakte, dient hij een claim in.

Halve maand uitkering rest

BNP Paribas wijst die claim af. Per schadegeval wordt maximaal drie jaar uitgekeerd. In 2015 zou dus het laatste maandbedrag betaald worden. Drie jaar na die datum is de totale claim verjaard. Volgens Kifid staat de verzekeraar daarmee in zijn recht. Er blijft nog een halve maand over die de verzekeraar nog wel moet uitkeren. Als de verzekerde wel direct had geclaimd, zou hij in totaal ongeveer 8.100 euro gekregen hebben.

'Werk genoeg, al moet je schoonmaken'

De consument richt vervolgens zijn pijlen op de Hypotheker. Hij beweert al in 2012 contact te hebben opgenomen met zijn adviseur om te vragen of hij verzekerd was voor het feit dat zijn arbeidscontract verplicht was teruggebracht tot 24 uur. Volgens de verzekerde zou de adviseur ontkennend hebben geantwoord, aangevuld met: “In Nederland is werk genoeg. Als je wilt werken is er altijd werk, al moet je schoonmaken.”

Nieuw krediet vlak voor werkloosheid

De Hypotheker voert in het verweer aan dat de consument in 2012 nog een nieuw krediet sloot. Op het ondertekende klantprofiel geeft de man zelf aan dat hij een werkloosheidsverzekering heeft afgesloten voor zijn hypotheek. Achttien dagen na het afsluiten van dat krediet, tekent de man een vaststellingsovereenkomst met zijn werkgever waarmee hij gedeeltelijk werkloos wordt.

Geen gespreksnotities vindbaar

De adviesketen vindt in het contactsysteem bovendien geen gespreksnoties terug over het genoemde telefoongesprek. Volgens de Hypotheker zou een dergelijk gesprek op zijn minst aanleiding zijn geweest om het systeem te raadplegen en de melding vast te leggen.

In dat systeem staat wel een mailwisseling met de consument uit 2012 over het nieuwe regeerakkoord. De klant vraagt of dat gevolgen heeft voor zijn hypotheek. In deze mails zijn geen aanknopingspunten terug te vinden over het vermeende telefonische contact of zelfs maar zijn werkloosheid.

Vordering door Kifid afgewezen

“Nu Consument geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat een telefoongesprek is gevoerd, en Aangeslotene uiteraard niet kan bewijzen dat het telefoongesprek niet heeft plaatsgevonden, concludeert de Commissie dat niet is komen vast te staan dat Aangeslotene toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn zorgplicht”, schrijft de geschillencommissie. De vordering wordt afgewezen. De uitspraak is bindend.