Een buitenlandse reis levert de verzekerde in deze Kifid-klacht een nare souvenir op. In zijn koffer neemt hij bedwantsen mee naar huis. Erger wordt het als zijn kinderen bij drie verschillende families gaan logeren en zo de beestjes ook daar introduceren. De behandeling met stoom en gif in zijn eigen woning blijkt niet te werken. Daarom raadt de man de bevriende families aan de hardnekkige insecten op te sporen met speurhonden en met hitte te bestrijden.
Geen dekking op inboedelverzekering voor ongedierte
De schade bij de man thuis bedraagt 30.000 euro en wordt niet gedekt op zijn inboedelverzekering, vanwege een uitsluiting voor schade door ongedierte. Om dezelfde reden kunnen de drie families hun schade niet verhalen bij hun inboedelverzekeraar. Ze stellen de vader van de logés aansprakelijk.
Avéro Achmea wijst dekking op zijn aansprakelijkheidsverzekering echter af. Volgens de verzekeraar is geen sprake van schade en ook niet van aansprakelijkheid van de verzekerde. Na een reactie van de man op die afwijzing komt Achmea er gedeeltelijk op terug. De verzekeraar is bereid de schade aan matrassen en knuffels toch te behandelen als zaakschade. Omdat die ontstaan is bij een logeerpartijtje van zijn kinderen, komt die post alsnog voor schadevergoeding in aanmerking. Dat geldt niet voor de bestrijdingskosten van in totaal ruim 18.000 euro.
Bestrijdingsmaatregelen moesten meer schade te voorkomen
Daarvoor wendt de man zich tot Kifid. Volgens hem is wel sprake van zaakschade, en ook letselschade. Een van de kleinkinderen van de families heeft beetwonden opgelopen. De man betoogt dat de bestrijdingsmaatregelen preventieve ingrepen waren om verdere materiële en letselschade te voorkomen. Die kosten zou Achmea niet als zuivere vermogensschade mogen aanmerken.
Bedwantsen maken zaken niet kapot, eitje zijn niet blijvend
De Geschillencommissie legt uit dat een zaak beschadigd is als die kapot, verrot of bedorven is. Of, in juridische termen, er moet sprake zijn van een wijziging in de stoffelijke structuur van een zaak. Vervuiling kan ook onder zaakschade vallen, als de vervuilende stof zich zonder schoonmaakmaatregelen aan een zaak hecht.
Voor Kifid staat vast dat bedwantsen de zaken waarop zij zich bevinden – matrassen en knuffels – niet opeten of anderszins kapotmaken. Het zijn levende wezens die zich verplaatsen. Ze tasten de stoffelijke structuur daarbij niet aan. Hun eitjes zorgen bovendien niet voor vervuiling van blijvende aard, omdat ze “normaal gesproken op enig moment uitkomen”. De Geschillencommissie concludeert dat met de bestrijdingsmaatregelen die de families hebben genomen geen schade aan zaken (in de betekenis van de verzekeringsvoorwaarden) is hersteld.
Letselschade kon ook worden voorkomen door huis uit te gaan
Ook het argument dat de bestrijdingsmaatregelen ergere materiële schade en letselschade hebben voorkomen, helpt de man niet. Volgens Kifid is geen sprake van voor vergoeding in aanmerking komende bereddingskosten. Een risico op gedekte zaakschade was immers niet aan de orde. Dan zou het enkel gaan om het voorkomen van letselschade in de vorm van beetwonden en blaarvorming. In dat geval was het huis verlaten in afwachting van bestrijding van de besmetting. Bovendien vindt de Geschillencommissie dat onvoldoende vaststaat dat er een onmiddellijk dreigend gevaar van letselschade was.
Vordering afgewezen, wel mogelijkheid tot hoger beroep.
De bestrijdingskosten zijn niet als bereddingskosten gedekt en ook de schadebeperkingsplicht leidt niet automatisch tot vergoeding van de kosten, concludeert Kifid. De aansprakelijkheid voor de bestrijdingskosten van de families valt niet onder de verzekering. Avéro Achmea hoeft niet uit te keren.
De commissie wijst de vordering in een bindend besluit af. Vanwege het belang van de zaak, stelt Kifid wel hoger beroep open.