De Hoge Raad vernietigde vorige maand een uitspraak over de rente-opslagen die ABN Amro legde op Euribor-hypotheken. Het hof in Amsterdam vond dat ABN onvoldoende duidelijkheid had gegeven over de voorwaarden waarop het de hypotheekrente mocht wijzigen. Maar volgens de Hoge Raad hadden de rechters te weinig oog gehad voor het argument dat klanten vrij waren om kosteloos voor een andere hypotheekvorm te kiezen.
Nieuw licht met nieuwe jurisprudentie
Ook het gerechtshof in Arnhem sprak recent een vonnis uit over een wijzigingsbeding op een krediet. Kifid vindt het van belang om na te gaan wat de betekenis is van deze uitspraken. De Commissie van Beroep geeft Interbank en de betrokken consument de gelegenheid om zich over de nieuwe jurisprudentie uit te laten, alvoor het tot een definitieve uitspraak kan komen.
'Niemand heeft hierom gevraagd'
Rob Goedhart staat als voorzitter van de Stichting Geldbelangen de consument bij in deze zaak. Hij toont weinig begrip voor de opstelling van de beroepscommissie. “Niemand heeft om deze move gevraagd, zelfs de bank niet”, zegt Goedhart. Behalve dat het gaat om een lening met een variabele rente, zijn er volgens hem weinig overeenkomsten tussen de Interbank-zaak en de Euribor-hypotheken van ABN Amro.
Volgens Goedhart is het argument dat de consument de mogelijkheid had om op te stappen al lang meegewogen in de procedure en heeft dat niet geleid tot het afwijzen van de klacht.
Diepgaand juridisch onderzoek niet mogelijk
Als belangenbehartiger van de consument vreest hij dat Interbank de gelegenheid te baat zal nemen om een ‘blik juristen’ open te trekken. “Ik weet hoe graag juristen zich op dit soort vraagstellingen storten. De bank heeft genoeg geld om dat te betalen. Wij en de consument waar het om gaat hebben dat geld niet. Dus diepgaand juridisch onderzoek van onze kant zit er gewoon niet in.”
Onderzoek naar referentierente vóór 2010
De reden dat Interbank-klanten met een krediet van voor 2010 moesten wachten op compensatie, was het ontbreken van een referentierente voor doorlopende kredieten. DNB houdt dat gemiddelde pas sinds 2010 bij. Een onafhankelijke deskundige werd aangesteld om de referentierente te berekenen voor de periode dat er geen gegevens zijn.
Goedhart vindt het wrang dat de resultaten van die analyse zo lang op zich laten wachten. “Als het renteonderzoek al een paar maanden geleden was afgerond zouden nu al duizenden mensen compensatie hebben kunnen krijgen." Interbank en Stichting Geldbelangen hebben van de Commissie van Beroep veertien dagen de tijd gekregen om te reageren op de uitspraken van de Hoge Raad en het gerechtshof van Arnhem.