Het stel dat in de clinch raakte met Nh1816 over de voorwaarden van de doorlopende reisverzekering ging vorig jaar zomer op vakantie. Ze boekten alleen een ticket voor de heenreis en de eerste vier nachten in een hotel op een onbekende, maar gezien de bonnetjes in het Kifid-dossier Italiaanstalige, bestemming. Ter plekke zouden ze het vervolg van de reis plannen en boeken. Wanneer ze weer terug zouden vliegen, wisten ze niet.
Overleden schoonvader
Tot de schoonvader van de klager overlijdt. De twee breken hun vakantie na drie dagen af en vliegen terug naar Amsterdam. De extra kosten die ze voor de terugreis maken en de niet genoten maar al wel betaalde laatste hotelovernachting dienen ze in als schadeclaim bij Nh1816. De vliegtickets kosten last minute € 542. Omdat een regulier ticket € 106 kost, claimen ze het verschil (€ 436). De niet genoten overnachting had een waarde van € 68. Ook claimden ze treintickets à € 61.
Geen reisplan
De verzekeraar wijst de claim echter af. Een vakantiereis duurt volgens de verzekeringsvoorwaarden van de dag van vertrek tot de dag van terugkomst in de eigen woning. “Omdat het moment van de terugreis niet bekend is, kan niet gesproken worden van het afbreken van een vakantiereis”, meent Nh1816. Er is geen vooraf geboekte reis dus komt de niet genoten hotelovernachting niet in aanmerking voor vergoeding.
Omdat er geen vastomlijnd reisplan was, kan bovendien niet worden vastgesteld wat de extra kosten van de terugvlucht zijn, stelt de verzekeraar. Kifid is het daar niet mee eens. Onder ‘extra’ verstaat de Geschillencommissie ‘alles boven het gewone’. Een redelijke uitleg van het begrip ‘extra’ in de voorwaarden vindt Kifid daarom “reiskosten die bovenop de reiskosten komen die verzekerde moet maken om aan het eind van de vakantie naar zijn woning terug te keren (de reguliere kosten)”.
Hotel ook vergoed, trein niet
Dat er geen reisplan was, is volgens de Geschillencommissie hiervoor niet van belang. Kifid veroordeelt Nh1816 tot het vergoeden van de vliegtickets met aftrek van de prijs van een regulier ticket: € 436. De treinreis komt niet voor vergoeding in aanmerking, want die bracht geen ‘extra kosten’ met zich mee, aldus de uitspraak.
Nh1816 moet ook de niet genoten hotelnacht vergoeden. Die was vanuit Nederland al geboekt en betaald. “Consument heeft zijn verblijf in het hotel dus eerder dan gepland beëindigd vanwege zijn voortijdige terugkeer naar Nederland”, legt Kifid uit. In totaal komt de rekening voor Nh1816 daarmee (afgerond) op € 504.