In 1999 gaat de consument een overeenkomst aan met waarbij de vermogensbeheerder voor 900.000 gulden een beleggingsportefeuille met een defensief karakter gaat opbouwen waarbij wordt gestreefd naar een jaarlijks rendement van 10%. De inkomsten dienen als aanvulling op het latere pensioeninkomen.
In mei 2008 wordt het beleggingsprofiel van de consument aangepast. Het beoogd rendement wordt vastgesteld op 6,5% met een neerwaarts risico van 12%. Ook geeft de vermogensbeheerder op dat moment al aan dat de € 35.000 per jaar die hij jaarlijks aan zijn portefeuille wil onttrekken als aanvulling op zijn pensioen, hoger is dan de jaarlijkse beoogde gemiddelde groei van de portefeuille. Hij zal dus gaan interen op de portefeuille.
Duits winkelfonds
De vermogensbeheerder belegt in januari 2011 en in november van dat jaar in totaal € 25.000 in respectievelijk het Heerenstede Duitsland Winkelfonds en het Heerenstede Duitsland Winkelfonds III, inmiddels afgewikkelde fondsen. In januari 2012 krijgt de klant een cliëntrapport waarin nogmaals wordt vastgesteld dat de klant een defensief beleggingsprofiel wenst. De toekomstige onttrekkingen vanaf 2012 tot 2032 worden vastgesteld op € 20.000.
Ruim 90.000 transactiekosten
In april 2014 stapt de consument voor zijn vermogensbeheer over naar ABN Amro. Uit onvrede met de eerder behaalde resultaten dient hij alsnog een klacht in bij de vermogensbeheerder. Die geeft aan dat zij sinds 2005 tot het moment van de 'uitlevering' ruim € 90.000 transactiekosten bij de klant in rekening heeft gebracht. Nadien verstrekt de vermogensbeheerder de consument ook nog maandelijkse rapportages over de samenstelling en waardeontwikkeling van de portefeuille alsmede de daaraan verbonden kosten.
Belang in fondsen
De klant gaat niet akkoord met de uitleg en stapt naar Kifid. De vermogensbeheerder heeft in zijn optiek zijn vermogen niet conform de afspraken belegd en daardoor is hij naar eigen zeggen € 123.000 misgelopen. Ook heeft de vermogensbeheerder zich volgens de klant schuldig gemaakt aan provisiejagen. De schade daarvan begroot hij op € 153.000. Ten slotte wil hij zijn belegging van € 25.000 in de Duitse vastgoedfondsen terug, mede omdat de vermogensbeheerder via een aan hem gelieerde entiteit een belang had in de fondsen.
'Onvoorzienbare problemen'
In de eerste en de laatste beschuldiging gaat de Geschillencommissie niet mee. De commissie stelt dat de portefeuille wel degelijk volgens het defensieve profiel uit 1999 en nadien 2008 is ingericht. Ten aanzien van de Duitse vastgoedfondsen stelt Kifid dat de consument onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake was van belangenverstrengeling. Ook komt de motivatie van de keuze voor de fondsen de geschillencommissie “niet onaannemelijk” voor aangezien deze beleggingen slechts 6% van de portefeuille bedroegen en het risico met deze beleggingen slechts gering was. Dat het Winkelfonds uiteindelijk slecht verhandelbaar bleek wijt de commissie aan “onvoorzienbare problemen” bij de uitgevende onderneming.
Op gespannen voet
Toch staat de belegger niet helemaal met lege handen. Hij krijgt 25 mille terug van de transactie die de vermogensbeheerder in rekening bracht. Net als de commissie stelt de geschillencommissie dat de vermogensbeheerder zich schuldig heeft gemaakt aan provisiejagen. De commissie in haar niet-bindende uitspraak: “Uit de pleitnota blijkt tevens dat in de periode 2009 tot en met 2013 gemiddeld 3,9% aan kosten en provisie in rekening is gebracht. Een zodanige kostenlading staat op gespannen voet met de beleggingsdoelstelling van Consument om een rendement van 6,5% te behalen, alsmede met het gekozen defensieve risicoprofiel, de lange beleggingshorizon en de omvang van het in beheer gegeven vermogen."
Groot aantal transacties
De commissie vervolgt: "Uit het onder 2.7 weergegeven e-mailbericht van Vermogensbeheerder leidt de Commissie af dat een zeer substantieel deel van de kostenlading uit provisie heeft bestaan. Consument heeft zich gemotiveerd op het standpunt gesteld dat de hoge kostenlading is toe te schrijven aan het grote aantal transacties dat Vermogensbeheerder heeft verricht. (...) Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat Vermogensbeheerder zich schuldig heeft gemaakt aan provisiejagen. Vermogensbeheerder dient de hierdoor door Consument geleden schade te vergoeden. De schade is niet met zekerheid vast te stellen. De Commissie zal de schade dan ook schattenderwijs vaststellen."