In deze Kifid-zaak gaat het om de vraag of duidelijk is dat de woonlastenbeschermer van London General Insurance (eigendom van TWG Europe Limited) is gekoppeld aan een specifieke hypotheek. De klant van London heeft zo’n product lopen bij een Rabo-lening, maar sluit die hypotheek in 2015 over naar ING. Hij is arbeidsongeschikt en krijgt per maand € 650 uitgekeerd. De verzekeraar stopt die betalingen echter in 2016. Volgens London is namelijk sprake van herfinanciering. In de voorwaarden staat dat de verzekering stopt “op de dag waarop de hypotheekovereenkomst eindigt of komt te vervallen door betaling, uitkering, herfinanciering of anderszins”.
Geen koppeling
De consument betoogt bij de Geschillencommissie echter dat in de voorwaarden niet wordt uitgegaan van koppeling aan een bepaalde hypotheek. Er bestaat volgens hem bovendien nog een hypotheekovereenkomst zoals genoemd in de voorwaarden. Alleen loopt die niet meer bij Rabo, maar bij ING. Hij vindt verder dat stopzetting van de uitkering hem onevenredige schade berokkent in vergelijking met het belang dat de verzekeraar bij beëindiging heeft.
Algemene termen
London betoogt dat de oversluiting een herfinanciering is en dat daarom de woonlastenbeschermer kon worden stopgezet. De Geschillencommissie is het daar niet mee eens. Die vindt dat de verzekeraar moet bewijzen dat waar in de voorwaarden wordt gesproken van een hypotheekovereenkomst specifiek de Rabo-hypotheek wordt bedoeld. Volgens de Commissie wordt echter slechts in algemene termen over een hypotheekovereenkomst gesproken.
De verzekeraar beroept zich ook op een uitspraak van de Geschillencommissie van eind 2016. Maar die geldt hier niet, oordeelt Kifid. In dat geval was er namelijk een duidelijke koppeling tussen verzekering en hypothecaire lening in de voorwaarden vastgelegd.
Meest gunstige lezing
Ook weerlegt de Commissie het verweer van London dat om de verzekering te afsluiten je in het bezit moet zijn van een hypotheek. De Rabo-hypotheek was bij het kadaster ingeschreven in 2015. De polis van de woonlastenbeschermer vermeldt een ingangsdatum in 2003.
“Het voorgaande leidt tot de slotsom dat Verzekeraar niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een koppeling tussen de Verzekering en de Rabohypotheek en dat waar in artikel 18 lid 2 onder a voorwaarden wordt gesproken over 'hypotheekovereenkomst' daaronder de Rabohypotheek moet worden verstaan”, aldus de Commissie. Daarom mag bij lezing van de voorwaarden worden uitgegaan van de contraproferentem-regel. Dat betekent dat de voor consument meest gunstige redelijke lezing voorrang krijgt. Dat brengt de Commissie tot de conclusie dat de verzekeraar nog 12 resterende maandtermijnen à € 650 moet uitkeren.