Een man koopt in juni 2018 een Harley Davidson voor € 11.250. Hij belt met zijn adviseur om het voertuig te verzekeren. Uiteindelijk wordt de polis gesloten bij Nh1816, met een verzekerd bedrag van € 24.595. Bij het toesturen van de polisbescheiden wordt de man erop gewezen dat voor motoren met een verzekerde waarde vanaf € 15.000 bepaalde beveiligingseisen gelden. Later stuurt de verzekerde nog het taxatierapport door, waarin de waarde van de motor op € 13.200 wordt getaxeerd.
In augustus gaat het mis: de motor wordt gestolen. De claim bij Nh1816 wordt afgewezen: de Harley was namelijk niet voorzien van de vereiste beveiliging. De motor stond op het stuurslot en was geparkeerd met een extra kettingslot, maar dat is te weinig.
Alleen algemene eisen gemeld
De man spreekt zijn tussenpersoon erop aan: hij is onjuist of onvolledig geïnformeerd over de toepasselijke beveiligingseisen. De adviseur is tekortgeschoten in de zorgplicht door alleen algemene beveiligingseisen voor te houden en de specifiek eisen stonden niet op het polisblad De Harley-eigenaar ging ervan uit dat zijn motor niet onder de categorie van meer dan € 15.000 viel, nu de taxatie lager had uitgepakt.
De Bossche adviseur voert aan dat de toepasselijke beveiligingseisen expliciet en uitgebreid telefonisch zijn besproken. Die waren zelfs reden om te kijken naar andere verzekeringsmogelijkheden, maar omdat een andere verzekeraar de aanvraag afwees, koos de man voor Nh1816, betoogt Knops. De man had bovendien navraag kunnen doen als de beveiligingseisen niet duidelijk waren.
Notitie meldt niets over eisen
De geschillencommissie kiest de kant van de motorrijder. Het enkele feit dat de beveiligingseisen met pen zijn opgeschreven op een formulier 'Autowijziging' - de motor was tegelijk met de auto verzekerd - wil nog niet zeggen dat de eisen echt zijn besproken. Het advieskantoor heeft nog wel een notitie van het telefoongesprek, maar daar staat niets over beveiligingseisen. Kifid gaat er dus vanuit dat die niet zijn besproken.
Wat is de verzekerde waarde?
In een e-mail is wel gesproken over 'de beveiligingseisen', maar daarin is het begrip 'verzekerde waarde' niet toegelicht. Dat is ook in de polisvoorwaarden niet het geval. 'In de regel wordt met dit begrip de werkelijke waarde van de verzekerde zaak bedoeld', aldus de geschillencommissie. En die was beduidend lager dan € 15.000, ook al was het verzekerd bedrag hoger. "Met 'verzekerde bedrag' wordt in de regel bedoeld de 'verzekerde som', het hoogste bedrag van de schadevergoeding tot uitkering waarvan een verzekeraar als gevolg van eenzelfde voorval kan worden verplicht."
Ook ligt het niet voor de hand dat de toepasselijke beveiligingseisen van een oude(re) motor gebaseerd worden op de cataloguswaarde in plaats van op de dag- of taxatiewaarde, overweegt Kifid. De man hoefde naar aanleiding van de e-mail dus niet te vermoeden dat de adviseur tekort was geschoten in zijn informatieplicht. De adviseur had de klant niet alleen op de beveiligingseisen moeten wijzen, maar ook duidelijk moeten maken dat die beveiligingseisen van toepassing waren in de situatie van de verzekerde, waarin de werkelijke waarde van zijn motor lager was dan € 15.000. Dat heeft hij niet gedaan.
Causaal verband staat vast
Omdat er geen aanwijzing is dat de klant de beveiligingseisen bewust niet heeft nageleefd, staat ook vast dat er een causaal verband is tussen de zorgplichtschending en de afwijzing van de claim. Van eigen schuld is geen sprake, aldus de geschillencommissie, omdat de klant de informatie over de beveiligingseisen als algemeen mocht opvatten. De man heeft daarom recht op een schadevergoeding ter grootte van het bedrag dat hij van Nh1816 zou hebben ontvangen. En dat is € 13.100: de getaxeerde waarde min een eigen risico van € 100.