Nh1816 hoeft aan zwembad gestolen tas niet te vergoeden

Nh1816 hoeft aan zwembad gestolen tas niet te vergoeden

Nh1816 draait niet op voor de schade van ruim € 900 die een klant zegt te hebben gehad doordat zijn dure Louis Vuittontas met inhoud werd gestolen bij het zwembad tijdens een vakantie in Turkije. De verzekerde meende de tas te moeten hebben achterlaten omdat zijn vrouw dringend naar de wc moest. Klachteninstituut Kifid vindt de man had kunnen voorkomen dat de tas werd gestolen. Wel stelt Kifid dat Nh1816 na het incident ten onrechte de doorlopende reisverzekering voortijdig opzegde en veroordeelt Nh1816 daarom tot het betalen van een bedrag van € 150 aan de klant.

In augustus 2016 wordt de tas van de verzekerde gestolen bij het zwembad. De man was op dat moment aan het jeu de boulen op het strand en diens vrouw en dochter waren naar het toilet. Toen de vrouwen terugkwamen bleek de dure tas verdwenen. Toch wijst Nh1816 de claim in september 2016 af omdat de verzekerde de tas onbeheerd aan de rand van het zwembad heeft laten staan en onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat de tas werd gestolen.

Ziekte van Crohn

De klant maakt bezwaar tegen de afwijzing op grond van het feit dat zijn vrouw leidt aan de ziekte van Crohn. Hierdoor heeft zij minder controle over haar stoelgang en zou ze niet tijdig voorzorgsmaatregelen hebben kunnen treffen om de tas in veiligheid te brengen. Voor de verzekeraar is de darmziekte van de echtgenoot van de verzekerde juist een bewijs dat de klant voorzorgsmaatregelen had moeten treffen.

Opnieuw op vakantie

De verzekerde is woedend als Nh1816 de claim ook in tweede instantie afwijst en stelt in een e-mail het volgende: “Nogmaals ik walg van deze casus en jullie werken fraude in de hand. Ik ga vanaf heden ook niet meer eerlijk zijn. Dit was mijn eerste casus en dan zo afgescheept worden.” In het zelfde schrijven geeft de man aan eind oktober 2016 opnieuw naar Turkije op vakantie te gaan. Voor de verzekeraar is de mail van de man reden om diens verzekering, die eindigt op 1 november 2016 al per 19 september op te zeggen.

Niet onaanzienlijk belang

Kifid, dat volledig meegaat in de afwijzing van de schadeclaim, is het met de laatste zet van Nh1816 niet eens. “Verzekeraar heeft hierbij, ondanks meerdere verzoeken, niet gewezen op grond van welk artikel in de Voorwaarden hij hiertoe gerechtigd was. Voorts heeft Verzekeraar geen voorwaarden overgelegd waarin de bevoegdheid tot tussentijds opzeggen is bedongen (...) De Commissie wijst erop dat een verzekeringnemer er in het algemeen een niet onaanzienlijk belang bij heeft dat een verzekeraar de verzekering niet tussentijds beëindigt. Doorgaans zal de verzekeringnemer behoefte hebben aan vervangende dekking, waarvan de verkrijging kan worden bemoeilijkt juist als gevolg van het feit dat de vorige verzekering door opzegging door de vorige verzekeraar is beëindigd. Die omstandigheid is immers niet zelden een reden voor de aangezochte andere verzekeraar om de aangevraagde verzekering(en) niet te accepteren.”

Hoewel de geschillencommissie zich kan zich voorstellen dat de onderhavige schade zich lastig in cijfers laat uitdrukken veroordeelt ze Nh1816 tot het betalen van € 150 voor het nadeel dat hij heeft gehad door het voortijdig opzeggen van de verzekering.

Robert Paling

Robert Paling

Redacteur amweb en am:

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.