De kwestie draait om een klant die in maart 2013 bij zijn adviseur aanklopt in verband met een beleggingshypotheek (van € 380.600) waarvan het opbouwdeel minder opbrengt dan verwacht. Er wordt afgesproken dat de adviseur € 1.600 in rekening brengt voor zijn werkzaamheden. Beide partijen tekenen een opdrachtbevestiging.
De klant krijgt onder meer een rapport waarin zonder specifieke informatie wordt aangegeven dat de overlijdenrisicodekking ontoereikend is. Er wordt een hypotheek aangevraagd, gekoppeld aan een levenpolis met een verzekerd kapitaal van € 216.300 op twee levens. Vervolgens komt Delta Lloyd met een offerte voor een Solide Koers Hypotheek, een bankspaarconstructie waarbij een ZekerPlusHypotheek Rekening aan de lening wordt verpand met een doelkapitaal van € 45.000. Die offerte wordt door de klant getekend.
Maar Delta Lloyd stuurt behalve een bevestiging van dat product ook een bevestiging van het sluiten van een Hypotheek SpaarVerzekering met een risicodekking van € 216.300. Dat blijkt later - in juni - een vergissing. De spaarverzekering wordt teruggedraaid en de klant wordt er door Delta Lloyd op gewezen dat er nog een losse overlijdensrisicoverzekering van € 45.000 moet worden gesloten.
Losse risicopolis
De klant laat vervolgens aan De Hypotheker weten "geen interesse" te hebben in het achteraf sluiten van een risicopolis. De adviseur reageert daarop met de mededeling dat er toch een losse risicoverzekering gesloten moet worden, omdat die niet in het bankspaarproduct is opgenomen. Uiteindelijk wordt overeengekomen dat een aparte overlijdensrisicopolis wordt gesloten en dat de klant € 600 van de beloning terugkrijgt.
Een jaar later vraagt de klant waar toch de polisbescheiden blijven met betrekking tot de overlijdensrisicodekking van € 216.300. Die blijkt dan niet te bestaan, omdat de spaarverzekering een jaar eerder is afgeblazen. De klant wendt zich vervolgens tot een andere adviseur en dient een klacht in bij Kifid.
Nieuwe wetgeving
De Hypotheker verweert zich door te zeggen dat ten tijde van het advies nog op veel punten onduidelijk was hoe de nieuwe wetgeving op het gebied van de hypotheekrenteaftrek zou uitpakken. “Veel van de onduidelijkheden en misverstanden werden door de overheid pas in de loop van 2013 weggenomen.” Bovendien ondervond de adviseur problemen bij aanbieders: “Voor onze adviseurs was het lastig juist te adviseren omdat de maatschappijen zelf door de gewijzigde wetgeving hun producten moesten aanpassen en deze veelal nog niet systeemtechnisch beschikbaar waren."
De klant geeft aan dat hij steeds in de veronderstelling is geweest dat hij een bankspaarproduct met overlijdensrisicodekking ter hoogte van de hypotheeksom had gesloten, totdat hij met een nieuwe adviseur is gaan praten, die vervolgens alsnog de ontbrekende risicoverzekering heeft gesloten.
Tegemoetkoming
De adviseur voert daartegen aan dat in de risicoanalyse is aangegeven dat de klant onvoldoende is verzekerd tegen de gevolgen van overlijden. Dat Delta Lloyd de aangevraagde spaarhypotheek heeft omgezet in een bankspaarhypotheek, heeft volgens hem voor de klant niet tot financiële schade geleid. Op de offerte is bovendien aangegeven dat de bankspaarrekening geen dekking bij overlijden bood. Ook heeft Delta Lloyd de klant geïnformeerd over de beëindiging van de oude polis. Tot slot zegt de adviseur dat hij de klant al tegemoet is gekomen met bedragen van € 395 en € 600 "wegens de onrust en het moeizame traject in verband met de interne transitie bij Delta Lloyd".
De klant reageert daarop met de mededeling dat de korting van € 395 is gegeven omdat bij een andere vestiging een lagere fee werd gerekend. Een splitsing van de risicodekking en het tekortschieten van de aanwezige dekking is niet ter sprake geweest, aldus de klant.
Deskundige tegenover leek
De geschillencommissie stelt de klant in het gelijk: de adviseur is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Hij had de verwerking van de aanvraag van de verzekering moeten volgen en bij eventuele onduidelijkheden of afwijkingen contact moeten opnemen met de verzekeraar. "Op basis van het klachtdossier stelt de commissie vast dat adviseur kennelijk ook niet doorhad hoe de aanvraag werd uitgevoerd. De stelling van adviseur dat sprake was van een onduidelijke situatie wegens veranderde wet- en regelgeving kan hem niet baten. Adviseur is de deskundige ten opzichte van de consument als leek. Adviseur had in ieder geval kunnen (en moeten) constateren dat de verwerking van de aanvraag afweek van hetgeen gebruikelijk was." Voorts had de adviseur navraag moeten doen bij Delta Lloyd en zijn advies moeten aanpassen. Pas een jaar later is de adviseur erachter gekomen dat de aanvraag niet op de gewenste manier was verwerkt. "In juni 2013 was adviseur kennelijk slechts bekend met de aanvullende eis van verzekeraar van de overlijdensrisicodekking van € 45.000. Dit had voor adviseur aanleiding tot nader onderzoek moeten zijn."
Alles terugbetalen
De commissie kan niet vaststellen of de klant is geïnformeerd over het verschil tussen de spaar- en bankspaarhypotheek en of de klant op de hoogte was van de tekortschietende overlijdensrisicodekking. De adviseur moet zijn volledige beloning terugbetalen. "De commissie miskent niet dat door adviseur werkzaamheden ten
behoeve van consument zijn verricht. Zij stelt evenwel vast dat adviseur te veel steken heeft laten vallen, heeft nagelaten consument deugdelijk te adviseren, zodat consument geen goed geïnformeerde keuze heeft kunnen maken. Bovendien heeft consument gedurende een periode van ruim een jaar een zeer groot risico gelopen."