Sinds de watersnoodramp van 1953 is Nederland niet meer verzekerd tegen schade als gevolg van het falen van een primaire of secundaire kering. Het werd na die ramp verboden om het overstromingsrisico te verzekeren, het financiële risico voor verzekeraars werd door de overheid te groot geacht. Nederland zette in de jaren na de watersnoodramp vol in op het versterken van de dijken en het verbeteren van de waterveiligheid en in 1998 werd het verbod op het verzekeren van overstromingsschade opgeheven.
Hulp door de Vereende
Nadat verzekeraars in de periode 2018-2022 grotendeels overgegaan waren tot het verzekeren van (particuliere) schade als gevolg van het falen van secundaire keringen, ontving de Vereende in 2022 van het sectorbestuur Schade van het Verbond van Verzekeraars het verzoek om mee te doen en te denken over oplossingen voor schade als gevolg van het falen van primaire keringen. Primaire keringen zijn waterkeringen die ons land beschermen tegen buitenwater uit de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer.
Aanpak
Samen met de verantwoordelijke beleidsmedewerkers binnen het Verbond en met ondersteuning door diverse deskundigen vanuit de leden van het Verbond, is onderzocht op welke manieren de schade als gevolg van het falen van een primaire kering zou kunnen worden vergoed en welke scenario’s daarbij voor verzekeraars het meest haalbaar en wenselijk waren. Bij dit onderzoek is zowel informatie vanuit de Nederlandse wetenschap op het terrein van waterveiligheid gebruikt als informatie vanuit het buitenland, zoals van herverzekeraars, ten aanzien van de verschillende verzekeringsoplossingen voor overstroming.
Twee scenario’s
Uiteindelijk waren er 2 scenario’s die de voorkeur hadden van de verzekeraars: verzekeren of hulp bij het regelen van schade. In de zomer van 2023, vlak voordat kabinet Rutte 4 demissionair werd, zijn de scenario’s aan de ministeries gepresenteerd. In juni 2024 kwam de langverwachte kamerbrief waarin vanuit de overheid aangegeven is dat men op dit moment kiest voor een zogenaamde ‘loketfunctie’ voor de verzekeraars. Het risico van schade als gevolg van het falen van primaire keringen blijft daarbij bij de overheid , maar de overheid ziet wel een rol voor verzekeraars in de afwikkeling van die schades uit hoofde van de WTS (wet Tegemoetkoming Schade bij rampen).
Overstroming Limburg
De WTS compenseert alleen schade waarvoor geen verzekering mogelijk is. Bij de gebeurtenissen in juli 2021 in Limburg was weliswaar sprake van een secundaire kering maar bleek toch een aanzienlijk deel van de bevolking (nog) niet verzekerd. De overheid heeft toen besloten om coulance halve toch een deel van die schade te vergoeden op basis van de WTS maar daarbij wel direct aangegeven dat dit een volgende keer niet meer zou gebeuren. De (trage) afwikkeling van die schades was aanleiding voor een evaluatie van de WTS op verzoek van de minister van Justitie en Veiligheid. De uitkomsten van die evaluatie worden later dit jaar verwacht.
Hulp bij uitwerken gekozen scenario
Na eerder te hebben bijgedragen aan het onderzoek naar de mogelijke scenario’s en de daarbij horende herverzekeringsmogelijkheden, zal er vanuit de Vereende nu meegedacht worden over de manier waarop de uitvoering van de loketfunctie voor de WTS ingeval van overstroming van een primaire kering, plaats zou moeten vinden. Ook moet nagedacht worden over de situatie waarin tegelijk een secundaire kering (regulier verzekerd) en een primaire kering (WTS) zouden falen. Op welke manier wordt dan het verschil tussen beide schades duidelijk?
Dit is een partnerbericht van de Vereende. Bekijk het partnerdossier