De relatie met het intermediair gaat terug tot de oprichting van één van de rechtsvoorgangers, Terminus, in 1966. “Die was specifiek opgericht voor wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen als gevolg van de WAM, die eind 1964 in werking was getreden. Via Terminus konden ook afwijkende risico’s de verplichte WA-verzekering afsluiten”, zegt Bert Sonneveld. Hij is binnen het managementteam verantwoordelijk voor marketing en acceptatie.
Jarenlang was Terminus dan ook vooral het loket waar adviseurs klanten konden onderbrengen die om welke reden dan ook elders geen polis konden sluiten. Eind jaren negentig werd de naam veranderd in Rialto. “De naam Terminus suggereerde dat we een eindstation waren, een afvoerputje. Met de naam Rialto wilden we meer uitstralen dat we een tussenstation of brug waren, die verzekerden juist de mogelijkheid gaf om op termijn weer bij een reguliere verzekeraar onderdak te vinden”, legt afdelingsmanager Klanten en Assurantieadviseurs Carla le Noble uit. Zij is al ruim vijfentwintig jaar betrokken bij de Vereende.
Breder dan alleen auto
De naamswijziging betekende ook een verbreding van de dienstverlening, zegt Le Noble. “Na verloop van tijd konden bij Terminus ook brandverzekeringen worden gesloten. Met de introductie van de naam Rialto zijn we ons op een nog breder dienstenpakket gaan richten, met ook aansprakelijkheidsverzekeringen.”
Een van de redenen van de introductie van de naam de Vereende in 2016 was dat die brede dienstverlening ook beter bekend werd gemaakt in de markt. “We zijn ons de laatste jaren meer als verzekeraar voor bijzondere risico’s gaan profileren. Bij de assurantieadviseurs was nog niet breed bekend dat ons aanbod veel groter was en dat we een oplossing willen bieden tegen onverzekerbaarheid.”
Afwijkend is niet automatisch slecht
Ook in de Rialto-tijd was de strategie om oplossingen te bieden voor moeilijk verzekerbare risico’s, vult Nico Barendse aan. Hij was van 1999 tot 2019 als directielid onder meer verantwoordelijk voor het uitbreiden van de verzekeringscapaciteit. “Dat is de ontstaansgrond geweest van zowel de VAN als Terminus. We hebben het alleen lange tijd niet prominent naar voren gebracht”, zegt Barendse. “We waren er altijd al voor de moeilijk verzekerbare risico’s, maar dat had niet iedereen door. Veel adviseurs associeerden Rialto met slechte risico’s. Terwijl we nadrukkelijk juist naar de afwijkende of nieuwe risico’s kijken en keken. Dat levert niet automatisch een slecht risico op.”
Toch bleef het vaak wél bij het onderbrengen van de lastigere autorisico’s, zegt Barendse. “Er waren wel zo’n tien tot twintig partijen die wisten dat we breder actief waren, maar voor het overgrote deel van het intermediair bleven we de verzekeraar van slechte motorrisico’s.”
“Dat is nu anders”, geeft Sonneveld aan. “De Vereende heeft met veel assurantieadviseurs goede en nauwe relaties. Zij zijn onze ogen en oren en voorzien ons van signalen uit de markt. Ze weten ons de laatste jaren steeds beter en breder te vinden. We hebben veel duidelijker gemaakt dat we dé verzekeraar zijn voor bijzondere risico’s.”
Klantgerichtheid verbeterd
Rialto en later de Vereende hebben door de jaren heen het intermediair steeds serieuzer genomen, zegt Barendse.
“De dienstverlening is veel professioneler geworden. Twintig jaar geleden was het niet vreemd als iemand twintig minuten aan de lijn moest hangen voordat hij werd geholpen door de acceptatieafdeling. We hadden toen een beetje de houding: ‘hij belt wel terug, want hij kan toch nergens terecht’. Dat is nu echt ondenkbaar. We willen al onze potentiële klanten zo snel en goed mogelijk van dienst zijn. Hier wordt intern ook op gestuurd. De klantgerichtheid is de laatste twintig jaar veel beter geworden.”
Meebewegen met de markt
Maar wanneer en hoe besluit de Vereende nu om iets wel of niet te verzekeren? “Wij volgen als intermediairverzekeraar de markt”, zegt Sonneveld. “Daar ontstaat – soms tijdelijk – onverzekerbaarheid. In de loop der tijd zijn veel nieuwe risico’s en evenementen ontstaan, denk aan Solex-verhuur of bezorgbrommers. Als er in de markt problemen ontstaan met het verzekeren van die risico’s, komen wij in actie.”
“Toch is dat niet het hele verhaal”, vult le Noble aan. “We vervullen ook een andere rol. Een assurantieadviseur doet niet altijd met alle partijen zaken. Als wij weten dat een bepaalde verzekeraar een risico wél kan verzekeren, verwijzen we altijd door. We concurreren niet, maar willen wel onverzekerbaarheid oppakken. De eerste stap daarin is de klant, via de assurantieadviseur, de weg wijzen naar andere verzekeraars.”
“In feite beweegt de Vereende mee met de markt”, zegt Sonneveld. “Drie jaar geleden dreigde bijvoorbeeld onverzekerbaarheid voor taxi’s, doordat reguliere verzekeraars die risico’s loslieten. Dan is het onze rol om ervoor te zorgen dat taxi’s toch kunnen blijven rijden. Ook in de Rialto-tijd speelde dat probleem trouwens, maar toen heeft de markt het verzekeren van taxi’s na jaren zelf weer opgepakt. Nu is het weer moeilijk. Bij sommige risico’s zie je een golfbeweging. Als er in de reguliere markt producten komen, stappen wij terug.”
Soms strengere eisen
Dat betekent niet dat de Vereende alle risico’s kan accepteren. “We kijken net als andere verzekeraars of we het risico verzekeringstechnisch en bedrijfseconomisch wel kunnen dragen”, zegt Le Noble. Ook de eisen aan verzekerden zijn niet soepeler dan bij andere maatschappijen.
“We verzekeren bijvoorbeeld veel zakelijke brandrisico’s waarvan de vorige verzekeraar heeft gezegd: dat kunnen we niet meer dekken, bijvoorbeeld omdat de preventie niet op orde is. Dan is het niet zo dat wij onze voorwaarden en eisen bijstellen. Wij hanteren dezelfde en soms nog strengere acceptatienormen. Op die manier kunnen we wel de bijzondere risico’s blijven verzekeren die niet in de reguliere markt ondergebracht kunnen worden. Die rol willen we nog lang blijven vervullen.”
Dit is een partnerbijdrage van de Vereende. Bekijk hier een volledig overzicht van al hun partnerberichten.