De reiziger in dit Kifid-geschil parkeert in april 2018 zijn auto in het centrum van een stad die hij bezoekt. Omdat zijn kofferbak vol zit, laat hij een rugtas en een kledinghoes op de achterbank. Zijn zijruit wordt ingeslagen en niet alleen de rugtas wordt meegenomen, maar ook een koffer die onder een rolhoes achter in de auto lag. FBTO laat weten de schade niet te willen vergoeden op de doorlopende reisverzekering. Bagage gestolen uit een motorvoertuig wordt alleen vergoed als die uit het zicht en in een afgesloten ruimte is opgeborgen.

Scanners

Volgens de verzekerde waren de dieven uit op elektronica. Bij zijn aangifte vertelde de politie dat dieven met scanners achterhalen of er elektronische apparatuur in de auto ligt. “Zelfs wanneer de achterbank leeg was geweest en er geen bagage zichtbaar was, was de diefstal gepleegd omdat het apparaat dan had aangegeven dat er elektronische apparatuur in de auto aanwezig was”, verklaart de man daarom.

Voorwaarden niet duidelijk

De Geschillencommissie van Kifid stelt vast dat een deel van de bagage was opgeborgen conform de voorwaarden (uit het zicht in een afgesloten ruimte) en een deel niet. De verzekeringsvoorwaarden zijn volgens de commissie echter niet duidelijk over of alléén tot uitkering wordt overgegaan als álle bagage conform de voorwaarden is opgeborgen. Daarom moet de verzekeraar dekking verlenen voor dat deel van de gestolen bagage die netjes onder een rolhoes in de achterbak lag. De rugtas die in het zicht lag, hoeft niet te worden vergoed.

Geen bijzondere omstandigheden

Dat de dieven met scanners sowieso de auto zouden hebben opengebroken, zoals de man betoogt, betekent niet dat Kifid een ander standpunt inneemt. Verzekeraars zijn vrij door middel van de dekkingsomschrijving en de uitsluitingen de grenzen te bepalen waarbinnen ze dekking willen verlenen. In dit geval bepaalt FBTO dat de bagage uit het zicht moet liggen in een afgesloten ruimte. Alleen onder bijzondere omstandigheden kan een beroep op deze voorwaarde onaanvaardbaar zijn naar maatstaven van redelijk en billijkheid. Dergelijke omstandigheden zijn hier niet gebleken, aldus de uitspraak.

De consument had bijna € 6.000 aan schadevergoeding geëist. Daarvan krijgt hij alleen de waarde van de koffer met inhoud vergoed. Om welk bedrag het gaat, vermeldt de zaak niet. De uitspraak is bindend.